Zijn verwant aan oorvijgen en oogappels zijn twee uitdrukkingen die regelmatig worden gebruikt in de Nederlandse taal. Maar wat betekenen ze eigenlijk en waar komen ze vandaan?
De uitdrukking “zijn verwant aan oorvijgen” wordt gebruikt om aan te geven dat twee dingen sterk met elkaar verbonden zijn, net zoals oorvijgen en pijn onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Oorvijgen zijn immers een vorm van fysieke straf die pijn veroorzaken. Dus als iets “verwant is aan oorvijgen”, betekent dit dat het nauw verbonden is met iets negatiefs of pijnlijks.
De uitdrukking “oogappels” wordt gebruikt om aan te geven dat iemand of iets heel erg geliefd is, net zoals je oogappels kostbaar en dierbaar zijn. Dus als iets of iemand je “oogappel” is, betekent dit dat je heel veel van die persoon of dat ding houdt en dat het heel belangrijk voor je is.
Beide uitdrukkingen hebben dus te maken met sterke verbondenheid, zij het op een positieve of negatieve manier. Maar waar komen deze uitdrukkingen eigenlijk vandaan?
Het gebruik van uitdrukkingen zoals “zijn verwant aan oorvijgen” en “oogappels” is al eeuwenoud en vindt zijn oorsprong in de rijke Nederlandse taaltraditie. In de loop der tijd zijn deze uitdrukkingen steeds verder verspreid en geïntegreerd in het dagelijks taalgebruik van veel Nederlandstalige mensen.
Kortom, “zijn verwant aan oorvijgen” en “oogappels” zijn twee veelgebruikte uitdrukkingen in de Nederlandse taal die elk een eigen betekenis hebben en hun oorsprong vinden in de rijke taaltraditie van ons land. Of het nu gaat om sterke verbondenheid met iets negatiefs of iets positiefs, deze uitdrukkingen helpen ons om onze gevoelens en gedachten op een krachtige en beeldende manier uit te drukken.