In de vroegere kaarsenfabricage speelde de arbeider een belangrijke rol, met name de zogenaamde Adouceur. Dit ambachtelijke beroep, dat bestond uit het gladschuren en polijsten van kaarsen, was een essentieel onderdeel van het productieproces.
De Adouceur was verantwoordelijk voor het zorgvuldig bewerken van de kaarsen, zodat ze een glad en glanzend oppervlak kregen. Dit gebeurde meestal met behulp van een speciale polijststeen, waarmee de arbeider de ruwe kaarsen in een ronddraaiende beweging kon bewerken. Het resultaat was een mooi afgewerkte kaars die klaar was voor verkoop.
Het beroep van Adouceur vereiste vaardigheid en precisie, aangezien elke kaars op de juiste manier moest worden bewerkt om een perfect resultaat te bereiken. De arbeider moest ook goed letten op de kwaliteit van het materiaal en eventuele beschadigingen of oneffenheden tijdig kunnen herkennen en repareren.
Naast het polijsten van kaarsen had de Adouceur ook andere taken, zoals het controleren van de productiekwaliteit, het verpakken van kaarsen en het schoonhouden van de werkplek. Het was een veelzijdig beroep dat veel vakmanschap vereiste en een belangrijke schakel vormde in de kaarsenfabricage.
Helaas is het beroep van Adouceur in de loop der jaren steeds minder voorkomend geworden, mede door de opkomst van geautomatiseerde productieprocessen en het gebruik van moderne machines. Toch blijft de herinnering aan deze ambachtelijke arbeider voortleven in de geschiedenis van de kaarsenfabricage.